Wat mij in de Pop Art trekt, is de kracht van algemeen bekende beelden die een nieuwe lading krijgen door de manier waarop ze werden uitvergroot, geïsoleerd of met elkaar gecombineerd. De vrijheid om grafische en naturalistische elementen samen te brengen. De doeken zijn realistische, gelaagde werken die met de nodige humor het menselijk falen tonen. Het zijn vaak ontmoetingen tussen historie en heden, van religie tot science fiction en elke andere waan van de dag, in een poging onze vergankelijkheid de baas te blijven. Daarbij maak ik, om de leesbaarheid van mijn werk te vergroten, vaak gebruik van beelden die men kent. Deze vormen in een logische opbouw een nieuw beeld. Een regelmatig terugkerend thema zijn de gescheurde posters als verwijzing naar het tijdelijke van het beeld en zijn boodschap in de maatschappij. De schilderijen blijven bewust steken in hun tweedimensionaliteit, de platheid van het bestaan verheven tot filosofie. Er is daardoor een sterke verbintenis met de popart, maar ook de klassieken, en daarmee de traditionelere schildersmethodes, komen veelvuldig in de schilderijen voor.